De afgelopen tijd heb ik een aantal blogs geschreven over diverse onderwerpen. Vandaag doe ik dit ook, maar op een iets andere manier. Ik ga, met toestemming van de patiënt in kwestie, een casus beschrijven die ik onlangs behandeld heb. De naam is vanwege de privacy overigens gefingeerd.

Op vrijdagochtend 8 augustus jl. kwam mevrouw Pieterse bij me voor een gratis info-consult. Na het lezen van de intake wist ik al dat ze last had van haar nek en van tintelingen in haar linker arm, tot en met de hand. Wat met name echter opviel was dat mevrouw Pieterse bij binnenkomst haar hoofd helemaal voorover hield. Begrijp me niet verkeerd als ik dit zeg, maar ik denk dat Quasimodo makkelijker recht kan zitten dan zij kon. Dit bedoel ik allerminst oneerbiedig, maar ik wil er slechts mee aangeven dat haar houding zeer oncomfortabel en zelfs pijnlijk oogde. Buiten de buiging van haar hoofd viel op ze haar linker arm continue ondersteunde. Ze gaf aan dat het laten hangen teveel pijn opriep. Als laatste gaf ze aan dat deze heftige klacht, die ze ongeveer drie weken had, haar leven begon te beheersen. Dit kwam door het feit dat ze haar hoofd amper rechtop kon houden, laat staan naar achter bewegen. Daarnaast kon ze door de pijn niet slapen, dat heet, ze werd vaak, heel vaak wakker in de nacht.
Ze vertelde me dat ze via de huisarts bij de neuroloog was geweest en hij wist haar bij binnenkomst, zonder daadwerkelijk te hebben onderzocht, te vertellen dat ze te maken had met het carpaal tunnelsyndroom. “Eén sneetje en het probleem zou zijn verholpen”, zei hij zo leuk erachteraan. Gelukkig was mevrouw Pieterse niet op haar mond gevallen en ze vroeg of hij eerst haar echt wilde onderzoeken alvorens zomaar iets te roepen. Gelukkig maar, want na verder onderzoek bleek dat het probleem veel groter was. Ze bleek te maken te hebben met een nekhernia.
Voor wie het niet weet, artsen opereren een nekhernia liever niet dan wel. Dit vanwege de complexiteit van de operatie en de daaraan klevende risico’s. De arts was op dit moment echter van mening dat een operatie zo’n beetje de enige mogelijkheid was op dat moment.

 

Maar goed…mevrouw Pieterse kwam dus bij me voor het info-consult (met de gedachte ‘snijden kan altijd nog’). Dit info-consult is er ook puur voor bedoeld om te kijken of ik mogelijk iets voor een patiënt kan betekenen. Tijdens dit onderzoek deed ik eerst een paar test om te kijken of het überhaupt wel een casus voor mij zou kunnen zijn, of dat de hernia zich in een dusdanig stadium bevond dat ze beter af zou zijn bij de behandeling van de neuroloog. Deze tests bleven gelukkig binnen de normen, waarop ik besloot verder te onderzoeken, zoals ik dat bij al mijn patiënten doe.

Wat heel erg opviel was dat wanneer ik een bepaalde druk gaf op de darmen, mevrouw Pieterse haar hoofd direct, met stukken minder pijn, kon draaien (liggend dan wel te verstaan). Ze geloofde haar ogen niet. De afgelopen drie weken had ze haar hoofd zo stijf mogelijk gehouden vanwege de pijn en nu, terwijl er iemand op haar buik drukte, kon ze ineens relatief makkelijk bewegen?
Ze was direct overtuigd dat ze de behandeling op z’n minst een kans wilde geven. Gelukkig had ik ’s middags nog een plekje vrij en zodoende zag ik haar voor de tweede keer die dag.
Ik deed een uitvoerig onderzoek en hierbij kwam naar voor dat er sprake was van een verhoogde spanning was ter hoogte van vier gebieden: de dunne darm, het middenrif, de schedelnaad achter het linker oor en de Reciproke Tensie Membraan. Deze laatste zou je (om het enigszins eenvoudig te houden) kunnen zien als het hersen- en het ruggenmergsvlies wat feitelijk één en dezelfde structuur is. Ik besloot deze structuren allen te mobiliseren, aangezien geen van deze zones er echt tussenuit sprong.
Na de behandeling gaf mevrouw Pieterse aan dat ze haar hoofd beter kon draaien, ook wanneer ze stond of zat. Daarnaast durfde ze haar arm te laten hangen. Ik wilde haar graag na drie weken terug zien om te kijken wat het effect zou zijn en om het lijf de tijd te geven te reageren op de behandeling en de daarin aangebrachte veranderingen. Wel gaf ik aan dat ze me kon bellen wanneer er geen verandering zou optreden na ongeveer een week, of wanneer ze een flinke reactie zou krijgen op de behandeling. Het telefoontje bleef uit….

Na drie weken kwam ze voor de tweede behandeling en wat bleek…de stijfheid van de nek was stukken minder en ook kon ze weer slapen. De pijn in de nek was verdwenen, maar wel had ze nog, hoewel in mindere mate, pijn in de linker arm. Wel gaf ze aan dat ze last had van jeuk in de linker arm, een fenomeen dat vaker optreedt bij herstel van zenuwweefsel.
Na het onderzoek bleek er nog wat spanning in de buik aanwezig te zijn en wel ter hoogte van de rechter nier en het ophangsysteem van de blindedarm (de fascia van Toldt voor de google-addicts onder ons). Tijdens het behandelen van deze zone kreeg mevrouw Pieterse de beruchte tintelingen in de linker arm, welke na ongeveer een minuut verdwenen. Hierna was de nek nog vrijer en ook de arm voelde beter aan. We planden een afspraak in vier weken later…

Na vier weken zagen we elkaar weer en het ging weer een stukje beter. De pijn was vrijwel volledig weg en slechts nog op sommige momenten aanwezig. Met name als mevrouw Pieterse teveel deed, dan werd ze terug gefloten door de tintelingen in de arm, welke weer weg trokken wanneer ze een moment rust nam. Slapen ging nog steeds goed en de jeuk was alleen in de ochtend nog aanwezig. Last but not least iets waar ik zelf veel waarde aan hecht…ze dacht soms niet eens meer aan de klachten. Tijdens het onderzoek vond ik nog een beetje spanning bij de dunne darm en ook deze keer werden de tintelingen in de arm hierdoor weer ‘getriggerd’.
De dunne darm werd behandeld en deze voelde aan het einde weer soepel en ontspannen aan. We spraken af voor over ongeveer zes weken…

Bij dit vierde en voorlopig laatste consult waren de klachten vrijwel volledig verdwenen. Slechts enkele keren kwam het nog voor dat de pijn op kwam zetten en dat was vrijwel alleen wanneer mevrouw Pieterse gewoonweg teveel deed. Naar mijn mening gewoon een gezonde reactie van een lichaam dat voor het grootste deel hersteld is, maar nog een beetje de puntjes op de i moet zetten. We hebben nu nog een afspraak staan voor over ongeveer drie maanden, maar deze geldt feitelijk alleen om te kijken of het lijf “vrij” blijft en niet terug gaat in zijn oude patroon.

Geconcludeerd mag worden dat bij deze mevrouw, met een nekhernia die men wilde gaan opereren, de behandeling een geweldig resultaat heeft opgeleverd. We startten onder het mom van ‘snijden kan altijd nog’, maar uiteindelijk bleek dit gelukkig helemaal niet nodig te zijn. Hierdoor bleef mevrouw Pieterse een risicovolle operatie bespaard.
Wanneer we, in tijden van bezuinigingen, dan ook nog puur gaan kijken naar het kostenplaatje is het ook interessant om te zien dat vier (!) osteopathische consulten à €85,-, natuurlijk niet opwegen tegen een operatie die vermoedelijk enkele duizenden euro’s zou gaan kosten, het revalidatieproces daarbij buiten beschouwing gelaten. Misschien is dit gegeven interessant voor zorgverzekeraars om eens goed onder de loep te nemen!

Written by

No Comments Yet.

Leave a Comment